Collegevoorzitter Smits: “Stormachtig weer op komst voor de academische wereld”

Politiek Den Haag wil de internationalisering van het hoger onderwijs fors inperken. Voor de groei van de TU/e is internationalisering juist heel belangrijk. Zo'n 30 procent van de studenten is niet-Nederlands en van de instroom in 2023 was meer dan 50 procent internationaal. “Een daling van de instroom zou grote consequenties hebben voor Nederland, ook voor Brainport.”

door
foto Angeline Swinkels

Robert-Jan Smits, voorzitter van het College van Bestuur van de TU/e, maakt zich zorgen als hij naar het nieuwe jaar kijkt, vooral vanwege de gevolgen van de Tweede Kamerverkiezingen afgelopen november. Een parlementaire meerderheid heeft het voornemen om de instroom van buitenlands talent flink in te dammen.  

Maar ook het huidige demissionaire kabinet zet al in op het weren van kennismigranten. Veel partijen in de Tweede Kamer vragen zich af waarom Nederland de opleiding van internationale studenten moet betalen, als ze na hun studie weer terugkeren naar hun eigen land. Het kabinet wil de internationale instroom van kennismigranten onder meer ontmoedigen door de Nederlandse taal weer vaker verplicht te stellen tijdens colleges. Onderwijsminister Robbert Dijkgraaf heeft een lange Kamerbrief gestuurd en vraagt van universiteiten dat ze meer ‘regie’ voeren op de internationalisering.  

Uitzonderingen 

“Dijkgraaf wil dat twee derde van de colleges op bachelor-niveau weer in het Nederlands wordt gegeven”, weet Smits. “Dat is een groot probleem, want 58 procent van de wetenschappelijke staf op de TU/e is internationaal en spreekt vooral Engels.” Er komt een onafhankelijke commissie die gaat beoordelen of er voor bepaalde instellingen een uitzondering gemaakt kan worden. “Dijkgraaf zegt tegen mij: maak je niet druk, ik kan uitzonderingen maken. Maar dat stelt mij niet gerust, want wie wordt straks zijn opvolger? Als die geen uitzondering maakt, zijn wij het haasje.”  

Er staat veel op het spel, benadrukt Smits. “We zitten in grote maatschappelijke transities. Of het nu om voedsel, energie of klimaat gaat, het zijn de ingenieurs die met oplossingen moeten komen.” Door minder internationale studenten toe te laten, worden de tekorten op de arbeidsmarkt nog groter dan ze al zijn. “Het is een schok dat dit boven ons hoofd hangt. Een daling van de instroom heeft grote consequenties voor Nederland, ook voor Brainport. Er zijn hier tot 2032 in totaal 72.000 vacatures, waarvan 28.000 voor hogeropgeleiden (universiteit en hogeschool, red.).”   

Smits staat niet alleen in zijn pleidooi om kennismigranten ruim baan te geven. In een interview met NRC waarschuwen Jeroen Dijsselbloem, burgemeester van Eindhoven, en Tjark Tjin-A-Tsoi, directeur van kennisinstituut TNO, dat het vestigingsklimaat en de innovatiekracht van Nederland op het spel staan. “Je kunt afspreken dat universiteiten met zo’n hoge stay rate mogen blijven groeien, mits ze voldoende huisvesting hebben”, aldus Dijsselbloem in de krant. Volgens Tjin-A-Tsoi moet Nederland het hebben van de hoogwaardige industrie: “High-end chemie, high-end productie, machinebouw, dat soort zaken. Je moet dat verdienvermogen veiligstellen, want alleen een sterke economie kan de energietransitie financieren en onze sociale voorzieningen in stand houden.” 

Hoeveel studenten blijven? 

De lage stay rate is inderdaad een van de argumenten waarom de politiek de instroom van internationale studenten wil indammen. Vijf jaar na hun afstuderen, werkt nog maar een kwart van de internationale studenten in Nederland, bleek onlangs uit onderzoek van internationaliseringsorganisatie Nuffic. De rest keert terug naar het thuisland of vervolgt een loopbaan elders in de wereld.  

Voor de TU/e liggen die percentages volgens Smits veel hoger. In de voorgaande Nuffic-rapportage uit 2017, die ook cijfers per instelling bevatte, was de TU/e koploper in Nederland met een stay rate van 52 procent. Eigen onderzoek van de TU/e laat volgens Smits zien dat momenteel ongeveer 55 procent van de afgestudeerden in Nederland blijft. Dat hogere percentage is gemeten 15 maanden na het afstuderen, dus niet helemaal vergelijkbaar met de Nuffic-cijfers. Maar het argument van Smits blijft: internationale studenten zijn belangrijk voor de economie en toekomst van Eindhoven en Nederland.  

Op dit moment is op de TU/e 36 procent van de bachelor-studenten niet-Nederlands. Van de master-studenten komt 24 procent uit het buitenland en van de promovendi zelfs 58 procent. Die internationale instroom zit stevig in de lift. Afgelopen jaar stroomden er voor het eerst meer internationale dan Nederlandse studenten in. Smits: “Per saldo konden we daardoor een beetje groeien.” De TU/e heeft nu ongeveer 13.000 studenten, veel minder dan de TU Delft dat 25.000 studenten heeft.

Bezuinigingen  

Behalve nieuw beleid rond internationalisering, verwacht Smits dat Den Haag ook de broekriem gaat aantrekken bij de universiteiten. “Hoe de nieuwe regering er ook uit gaat zien, er komen waarschijnlijk bezuinigingen aan.” Het bestrijden van de coronapandemie en de energiecrisis hebben de overheid de afgelopen jaren veel geld gekost. Door de gestegen rente, waardoor het ministerie van Financiën niet meer ‘gratis geld’ kan lenen op de kapitaalmarkt, zijn er in het regeerakkoord pijnlijke keuzes te verwachten. “We hebben echt zorgen over de begroting", aldus Smits. “Er is stormachtig weer op komst voor de academische wereld.” 

Het naar binnen gekeerde beleid is een on-Nederlandse ontwikkeling, vindt Smits. “De samenleving doet de gordijnen dicht. Die trend naar nationalisme en eigen volk eerst kent hele gevaarlijke kanten. We hebben in Nederland niet meer de openheid die we ooit hadden. De huidige trend gaat tegen een lange traditie in. Kijk naar de Portugese Joden en de Franse Hugenoten, die werden in hun eigen land onderdrukt, maar kregen in Nederland de ruimte om zich te ontwikkelen. Dat we die open houding verliezen gaat ons op lange termijn opbreken.”  

Toelating Nederlandse studenten  

Samen met bestuurders van andere universiteiten heeft Smits aan ‘zelfreflectie’ gedaan: hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen? Hij noemt twee factoren die een rol spelen: de druk op de woningmarkt in universiteitssteden en de toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor Nederlandse studenten. Hoewel universiteiten er wel een rol in spelen is studentenhuisvesting een zaak van gemeenten. Smits heeft wel een idee hoe universiteiten de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten kunnen verbeteren. “We zouden kunnen zeggen: iedere Nederlandse student moet kunnen studeren. De universiteiten moeten een zekere toegankelijkheid garanderen. Concreet zou dat betekenen: geen maximum op inschrijvingen voor Nederlandse studenten.”  

Verder vindt Smits dat niet alle universiteiten over één kam moeten worden geschoren in het debat over internationalisering. “Ik kan me voorstellen dat de universiteiten in Amsterdam en Utrecht niet verder willen groeien. Maar daar hebben die instellingen wel juridische beleidsinstrumenten voor nodig. Voor de kleinere universiteiten, zoals de TU/e, moet wat mij betreft groei mogelijk blijven, ook door internationale studenten te werven. Wij leveren immers ingenieurs voor sectoren met grote tekorten op de arbeidsmarkt.” 

Geen hek om Nederland 

Ook vanuit demografisch oogpunt is het volgens Smits verstandig om geen hek om Nederland te bouwen. “We krijgen straks een krimpende eigen bevolking, waarbij veel studenten er ook nog eens voor kiezen om toerisme of communicatie te studeren in plaats van zich te richten op wetenschap en technologie. We hebben dat internationale talent echt nodig.”  

De ambitie om via een ‘schaalsprong’ van 13.000 naar 24.000 studenten in 2030 te groeien is in de ijskast gezet omdat het Rijk de benodigde financiering niet heeft toegekend. “Daar hadden we 380 miljoen euro voor nodig. Zolang dat geld er niet is, kunnen we alleen mondjesmaat groeien, ik verwacht naar 15.000 studenten in 2026. Die schaalsprong gaat zeker nog eens gebeuren", verwacht Smits. Waarom? “Vanwege de grote behoefte aan ingenieurs bij bedrijven in de regio.”  

Smits blijft hoopvol dat de internationalisering niet helemaal de nek wordt omgedraaid. “Ik mag toch hopen dat een rechts kabinet inzet op het verdienvermogen van Nederland. De mogelijkheid van een uitzondering is er, voor de technische universiteiten reken ik daarop.”  

Deel dit artikel